Art. 4.
Het personeel is gehouden na te leven de instructiën
van Burgemeester en Wethouders, welke voor den tak van
dienst, waarbü het is aangesteld', zijn of worden vastgesteld.
Het îs gehouden de hem opgedragen werkzaamhe-
den met ijver en nauwgezetheid te volbrengen en daarbij
stiptelijk de door de boven hem gestelden hem gegeven
bevelen op te volgen.
Art. 5.
De vaste werklieden en de kantoorbedienden zijn ver-
plicht binnen te gemeente te wonen, tenzij zij van Burge-
meester en Wethouders vergunning verkregen hebben,
hunne woonplaats buiten de gemeente te vestigen.
Aan deze vergunning kunnen door Burgemeester en
^ethouders voorwaarden worden verbonden.
Art. 6.
De vaste, de voorloopig aangestelde werkman en de
kantoorbediende ontvangt bij zijn indiensttreding een be-
wijs van aanstelling, waarvan de vorm door Burgemeester
en Wethouders wordt vastgesteld.
Bij hunne indiensttreding wordt hun een exemplaar van
deze verordening alsmede van de in artikel 4 bedoelde
instructien ter hand gestpld tegen een ontvangstbewijs.
Art. 7
De vverkrooster wordt opgemaakt door den Directeur'
der Gasfabriek en Waterleiding in overleg met de betrok-
ken Commissie en vastgesteld door Burgemeester en Wet-
houders.
Art. 8.
Het loon wordt vastgesteld door Burgemeester en Wet-
houders op advies, opgemaakt door de betrokken Com-
missie van bijstand in overleg met den Directeur.
Gedaan ter Openbare Vergadering van den /7 December
1908.
De Voorzitter,
De Secretaris,