XI
Adressen
om verlich-
ting van
den Heeren-
12—
door hem voorgestelde urinoir zou kunnen worden inge-
richt voor waterleiding.
De heer Honig zou gaarne weten, of het verschil in
prijs van het door den gemeente-opzichter ontworpen en
het door den heer Van den Berg voorgesteld urinoir over-
wegend groot is, hij is erg voor zuinigheid, maar wenscht
toch een urinoir, dat er netjes uitziet.
De Voorzitter is van meening, dat het door den heer
Van den Berg voorgesteld urinoir hoogstens 75 en dus
/100 minder zou kosten, het zou echter een onoogiijk
gebouwtje worden, dit zou niet zoo hinderen, als het ach-
teraf in een plantsoen kon geplaatst worden, maar hier
wordt het van alle kanten gezien.
Het voorstel van den lieer Van den Berg, om te plaat-
sen een eenvoudig urinoir volgens het systeem ,,Sterkman"
met een ijzeren trechter naar de vaart fen eene ommante-
ling van plaatijzer wordt niet ondersteund.
De heer Van der Eijken stelt dan voor wel de omman-
delinor van het urinoir te doen maken van gegolfd plaat-
ijzer, doch het inwendige van het urinoir volgens het be-
stek van den gemeente-opzichter.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangeno-
men.
De Voorzitter leest dan voor een adres ingekomen den
15 Januari 1909 van Mej. L. van Lennep en andere bewoners
van perceelen aan het gedeelte van den Heerenweg tus-
schen de Manpadslaan en de grens der gemeente Benne-
broek, waarbij wordt verzocht dat weggedeelte te verlich-
weg nabij
Bennebroek t6n' etzl) met vervallen petroleumlantaarns, hetzij op
andere wijze.
en van de
Manpads-
laan.
Vervolgens leest hij voor een adres, dd. 19 Januari 1909,
van C. de Winter en andere bewoners der Manpadslaan
met omgeving, waarbij zij verzoeken met de vervallende
petroleumlantarens die laan te verlichten en meer speciaal
bij den ingang bij den Heerenweg en bij de brug over
de Leidsche Vaart.
De Voorzitter herinnert er aan, dat de heer Van Meeu-
-