jW
3 Juni 1909
25
De Voorzitter antwoordt. dat daar ter plaatse vroeger
eene plank over de goot was gelegd, hetgeen niet vol-
deed, later is daar eene zoo flauw mogelijk toeloopende
goot gemaakt, het is daar tengevolge van de rails van de
Stoomtram een moeielijk punt, spreker belooft de zaak te
Plaatsen Zullen nagaan,
van steenen Qe jjeer jansen Hendriks vraagt, of het geoorloofd is, dat
op de wegen jn 30SC}j en Vaart massas steenen op de straat worden ge-
in Bosch en plâatsf
Vaart. Voorzitter antwoordt, dat den laatsten tijd daarvoor
vergunning moet gevraagd worden en dan toestemming wordt
verleend om de steenen te plaatsen op de trottoirs voor de
te bouwen perceelen, vroeger bemoeide het gemeente-bestuur
zich daar in Bosch en Vaart minder mede.
De heer Jansen Hendriks deelt dan mede, dat er nu stee-
nen staan op den weg bij den hoek van de Schouwtjeslaan,
waarop de Voorzitter zegt dit te zullen laten nagaan.
De heer Jansen Hendriks wijst dan er op, dat op het noor-
Waterplas- delijk voetpad van de Camplaanhet water blijft staan, waarop
sen op de Voorzitter mededeelt, datdit is gekomen door de demping
voetpad Van de sloot aan die wegzijde, zoodra echter aan dien kant
langs de gebouwd wordt, moet de Maatschapping Heemstede daar een
Camplaan. trottoir aanleggen
De heer Van Wickevoort Crommelin meent dat deneersten
tijd het water spoedig zal wegzakken in die gedempte sloot,
en de Voorzitter belooft nog de door den Raad vastgestelde
voorwaarden zullen nalezen, of er niets aan te doen is.
De heer Jansep Hendriks vraagt ten slotte, of de demping
van die sloot is aangevraagd aan Rijnland. De Voorzitter zegt
deze vraag bevestigend te kunnen beantwoorden, en sluit dan
de vergadering.
,De Voorzi
De Secretaris,