3 Juni 1909
2
Koningin en Z. K. H. den Prins der Nederlanden en aan
onze Natie ten deel viel door de geboorte van H. K. H.
Prinses Juliana nog in hooge mate is vermeerderd, nu wi|
weten, dat het Hare Majesteit en H. K. H. zoo wel gaat.
De Almachtige Vader van Hemel en Aarde blijve Moe-
der en Dochter zegenen tot in lengte van dagen tot heil
van ons vaderland.
Deze rede wordt algemeen met applaus begroet.
Daarna vervolgt de Voorzitter:
Gedachte- Voor wij, Mijne Heeren, tot onze werkzaamheden over-
nisrede gaail! wj) jk nog met een enkel woord herdenken, den
op den heer man na onze iaatste vergadering is overleden. lk be-
W.C.Preijde (jen j^eer Willem Cornelis Preijde, die op 24 April is
heengegaan.
De overledene was van 1893 tot 1903 lid van onzen
Raad en hij heeft zich in die betrekking doen kennen als
een ijverig en betrouwbaar man, die de belangen, hem
door de gemeente toevertrouwd, met hart en ziel nakwam,
zoolang hij kon. Toen hij gevoelde, dat zijne gezondheid
hem niet meer toeliet, die belangen te behartigen, zooals
hij vond, dat behoorlijk was, heeft hij niet geaarzeld om
zijne plaats te ruimen voor een ander, daardoor toonende
te begrijpen, dat de vervulling van het Raadslidmaatschap
eene volle kracht vorderde.
Dit strekte hem tot eere.
Zijne nagedachtenis zullen wij dankbaar blijven herden-
ken.
Ook met deze rede betoont de Raad zijne instemming.
De heer Van der Eijken wordt hierna door het lot aan-
111 gewezen om het eerst zijne stem uit te brengen.
Notulen. De Voorzitter stelt dan aan de orde de vaststelling der
gedrukte notulen van het verhandelde in de vorige vergade-
ring.