3 Juni 1909 De heer Van den Berg gelooft, dat de Voorzitter van de plaatsing der bank op dat punt spijt zal hebben, en meent, dat ze beter kan geplaatst worden aan het einde der Kerklaan bij den Rijksstraatweg, hij wenscht de Kerk- laan in bescherming te nemen tegen de banken. De heer Van der Weiden wijst er op, dat, als de bank werd geplaatst aan het einde der Kerklaan bij den Hee- renweg, ze dan juist op den tocht en in het stof zou staan, waarop de heer Van den Berg opmerkt, dat ze ook op de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde plaats op een tochtgat staat. De Voorzitter betoogt, dat, als later blijkt, dat de bank niet goed staat, ze dan altijd nog verplaatst kan worden, hij geeft in overweging over deze zaak niet langer te redeneeren, omdat op die manier tijd ver- praat wordt, dien men misschien beter aan gewichtiger zaken kan besteden. Da heer Van den Berg ziot hior om van hot woord af. De heer Höcker verzoekt dat, ook eens eene bank aan den Glipperweg zal geplaatst worden en vraagt verder, welke gemeente-boomen in het ontwerp-be- sluit bedoeld worden. De Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is later op verschillende punten banken te plaatsen en dus ook aan den Glipperweg en deelt mede, dat ver- moedelijk in den volgenden winter eikeboomen van de algemeene begraafplaats voor het maken van ban- ken zullen beschikbaar komen. Hierna brengt spreker het ontwerp-besluit in stem- ming, waarop dit wordt aangenomen met negen stem- men. De heer van den Berg stemde tegen. De Voorzitter stelt dan voor punt 3 der agenda aan te houden tot het einde der vergadering. Dit wordt algemeen goedgevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 6