noodig des avonds in zijne woning zal moeten voort-
zetten.
Art. 8,
Behalve hetgeen in de voorgaande of volgende ar-
tikelen als zijn werkkring wordt omschreven, behoort
daartoe alles wat in den ruimsten zin door Burge-
meester en Wethouders billijker wijze tot zijn werk-
kring wordt geacht te behooren.
Wanneer hem door Burgemeester en Wethouders
een opdracht wordt gegeven, die naar zijn meening
billijkerwijze niet geacht kan worden tot zijn werkkring
te behooren, dan kan hij zich schriftelijk tot den Raad
wenden met het verzoek een beslissing te nemen
omtrent het al of niet rechtmatige der opdracht.
In afwachting van de beslissing van den Raad is
hij verplicht de opdracht uit te voeren, wanneer Bur-
gemeester en Wethouders verklaren, dat de uitvoering
geen uitstel gedoogt.
Wanneer door den Raad wordt beslist, dat de op-
dracht onrechtmatig is geweest, dan behoeft door hem
daaraan geen verdere uitvoering gegeven te worden,
terwijl wanneer reeds geheele of gedeeltelijke uitvoe-
ring heeft plaats gehad de Raad in zijne beslissing te-
vens hem eene geldelijke vergoeding kan toekennen.
Art. 9
Hij is verplicht telkens, wanneer Burgemeester en
Wethouders dit vorderen, voor hen te verschijnen
en a"e mondelinge en schriftelijke inlichtingen aan-
gaande de zaken, die zijn werkkring betreffen, te ge-
ven en al zulke locale inspectiën te doen als hem op
gelegd worden.
4