30 November 1909. 12 gasfabriek op de vrachten zou kunnen bespaard wor- den, alleen hoopt hij, dat dan niet opnieuw op het nu reeds besprokene zal worden teruggekomen. De heer Höcker betoogt tegenover den heer Van den Berg, dat een paard op eene keibestrating veel gemakkelijker trekt dan op een grintweg;hij noemt verder als bezwaar van eene losplaats tusschen de bruggen aan de Kerklaan, dat het zeer de vraag is, of verdieping zal kunnen geschieden on- der de IJzeren Brug en de Trambrug en deze dan misschien niet vernieuwd zouden moeten worden. De heer Van den Berg vraagt, om aan den Voor- zitter tegemoet te komen, of het niet mogelijk is eerst tot verdieping over te gaan en dan Iater over den walmuur te beslissen, daar dit eene zaak op zich zelf is. De Voorzitter meent daarentegen, dat deze zaken met elkaar in verband staan en dat eerst de walmuur zou moeten gemaakt worden, voordat tot verdieping werd overgegaan, hij wil echter de zaak wel aanhouden. De heer Honig bedoelt volstrekt niet dat Burge- meester en Wethouders niet het belang der gemeente op het oog hebben, hij zou echter gaarne eerst onder- zocht hebben het verschil in grootte van de schuiten, die nu en na de verdieping de gasfabriek kunnen be- reiken. De heer Van der Weiden zegt, dat ook rekening moet gehouden worden met de Kwakelbrug, deze is meer dan slecht en moet noodig vernieuwd worden. Hierna houdt de Voorzitter met goedvinden van de Wethouders dit punt aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 12