30 November 1909.
17
deuren, die over den weg draaien, recht moet betaald
worden, waarop de Voorzitter antwoordt, dat iemand
voor eene bestaande deur alleen dan niet behoeft te
te betalen, als hij zijn recht kan aantoonen, dat dit
kosteloos mag geschieden.
De heer Van den Berg juicht deze heffing toe.
De heer Höcker weet niet zeker, of de deuren van
zijn pakhuis aan den Glipperweg over den gemeente-
grond draaien, waarop de Voorzitter zegt, dat dit zal
onderzocht v/orden.
De verordening wördt hierna met algemeene stem-
men ongewijzigd vastgesteld.
Dan komt in behandeling de:
Verordening op de invordering van rechten
voor het gebruiken van of voor het hebben van
particuliere werken en inrichtingen onder oT
boven den openbaren gemeentegrond of het
openbaar gemeentewater.
De Raad enz.
De Voorzitter deelt mede, dat het de bedoeling is,
dat in hoofdzaak de gemeente-opzichter zal nagaan,
wie rechten verschuldigd zijn, en dat deze tevens voor
de inning zal zorg dragen, waarna de verordening
met algemeene stemmen onveranderd wordt vastge-
steld.
Hierop stelt de Voorzitter aan de orde het volgende
ontwerp-besluit
VII.
Instructie Instructie voor den Gemeente-Opzichter.
voor den Artikel 1.
gemeente- De opzichter enz.
opzichter. De heer Van den Berg zegt, dat de verordening