30 November 1909.
22
De Voorzitter beantwoordt deze vraag ontkennend.
De heer Preijde deelt vervolgens mede, dat de Af-
deeling heeft aangewezen den heer P. M. J. Eldering.
Bij de gehouden stemming voor twee leden der
Commissie worden uitgebracht op den heer Preijde
7 stemmen, op den heer Van Meeuwen 5 stemmen,
op den heer Dr. Droog 4 stemmen, op den heer Van
den Berg 2 stemmen en op de heeren Beelen en Van
der Eijken elk eene stem, zoodat de heer Preijde tot Iid
der Commissie was benoemd.
Bij de daarop volgende vrije stemming voor een
lid der Commissie worden uitgebracht op den heer
Dr. Droog 4 stemmen en op den heer Van Meeuwen
3 stemmen en op de heeren Vai den Berg en Van
der Eijken eene stem, terwijl een biljet van onwaarde
werd verklaard, omdat daarop twee namen vermeld
waren.
Bij de nu volgende herstemming tusschen de heeren
Dr. Droog en Van Meeuwen onthielden deze heeren
zich van stemming en werden uitgebracht op den heer
Van Meeuwen 3 stemmen en op den heer Dr. Droog
5 stemmen, zoodat deze tot lid der Commissie was
benoemd.
De Voorzitter zegt, dat het van zelf spreekt, dat de
heeren Preijde en Dr. Droog de benoeming aannemen,
X. waarop zij zich daartoe bereid verklaren, hoewel de
Benoeming heer Preijde verklaarde eigenlijk daarvoor geen tijd
gemeente- te hebben.
artsen en Hierna deelt de Voorzitter mede, dat Burgemeester
-vroed- en Wethouders voorstellen weder te benoemen voor
vrouw voor het jaar 1910 tot Gemeente-Arts in Wijk I den heer
1910. Dr. M. Colenbrander, tot Gemeente-Arts in Wijk II