30 November 1909.
23
den heer Dr. E. A. M. Droog en tot Gemeente-
Vroedvrouw Mej. M, Dekker en dat allen hebben ver-
klaard bereid te zijn de benoeming aan te nemen.
De heer Van der Weiden vindt als een der heeren
gemeente-artsen drie, vier weken afwezig is, niet bij
een verlof van een dag of acht, dat dan voor één dok-
ter de praktijk wel wat groot en bezwaarlijk is, als zij
die voor elkaar waarnemen, tevens is hij van meening
dat dit een bezwaar is voor de patienten.
De heer Dr. Droog is het niet eens met den heer
Van der Weiden, hij kan van ervaring spreken, de
vervanging geschiedt in den zomer en spreker heeft
van geen enkelen patient klachten gehoord.
De heer Van der Weiden heeft ook geene klachten
gehoord, maar vindt het wel een bezwaar, dat er dan
maar één dokter is in eene zoo groote gemeente, de-
ze kan ergens aanwezig moeten blijven, zijne aanwe-
zigheid kan bovendien op eene andere plaats noodig
zijn, terwijl een derde plotseling ernstig ziek kan zijn
geworden.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders, ingevolge de bestaande instructie over het ver-
leenen van verlof aan de gemeente-artsen beslissen,
zoodat deze zaak bij dat college behoort behandeld
te worden, de heer Van der Weiden legt zich hierbij
neer.
Bij de gehouden stemming worden de heeren Dr.
XI. Colenbrander, Dr. Droog en Mej. Dekker met alge-
Benoeming meene stemmen benoemd, de heer Dr Droog ont-
twee Ieden hield zich van stemming.
derGascom- De Voorzitter deelt mede, dat hij in de op 25 No-
missie. vember j.l. gehouden vergadering van Burgemeester