30 November 1909.
28
omtrent de rooilijn voor bestaande woningen zeer
moeilijk zal zijn te handhaven.
Spreker herhaalt het boven door hem aangegeven
verschi! tusschen het perceel van Kersten en dit per-
ceel; het is in deze zaak niet te doen speciaal om
den heer P. Eldering, deze zou wel eenigszins het
kind van de rekening zijn, doch dat is ten slotte met
iedereen het geval.
De heer Van den Berg juicht toe het voorstel tot
afwijzing van het verzoek; als hier afwijking wordt
verleend, wat zal er dan moeten geschieden als min-
gegoeden komen verzoeken om hunne perceelen te
mogen verbouwen bij voorbeeld de perceelen gele-
gen nabij het café „de Konijnsberg"met adressant
behoeft men in dat opzicht niët zooveel medelijden
te hebben, het zou voor dezen eene betrekkelijk
kleine schade zijn.
Verder betoogt spreker, naar aanleiding van eene
opmerking van den heer Van der Weiden, dat de
eigenaars van de perceelen nabij het café „de Konijns-
berg", terrein zouden kunnen bijkoopen, waardoor
wel voldoende open grond achter die wonirtgen zou
komen.
De heer Van Houten zou gaarne willen weten,
welke schade de heer Eldering zou hebben bij afwij-
zjng van het verzoek; is die schade groot, dan zou
daardoor misschien sprekers meening gewijzigd worden.
De heer Preijde wijst er op, dat, als eene nieuwe
bloembollenschuur moet gebouwd worden, men dan
den grond, waarop de schuur komt te staan, kwijt is
en dat bovendien voor die schuur een nieuw funda-
ment moet gemaakt worden.