<0
30 November 1909.
35
de erfpacht op te zeggen na verloop van de eerste
tien erfpachtsjaren en onder voorwaarde, dat de ge-
meente zorg draagt, dat bij eventueele ophooging van
het pereeel No. 761, of bij of ten gevolge van de
uitvoering van welk ander door haar ondernomen
werk ook, geene baggerspecie of vaste stoffen in het
Rijkswater of wel in het provinciale vaarwater van
het Zuider - Spaarne terecht komen, verbindende
de Gemeente zich om eventueele verondiepingen, die
tengevolge van die ophooging in dat water mochten
ontstaan, op eerste aanzegging van wege den Mmister
van Waterstaat op hare kosten op te ruimen.
De Raad besluit daartoe met algemeene stemmen,
waarna de Voorzitter de vergadering sluit.
De Voorzitter,
De Secretaris,