30 November 1909. 3 Voorzitter aangenaam zijn. Ik heb gezegd. Door algemeen applaus betuigt de Raad zijne in- stemming met deze woorden. De Voorzitter houdt hierna de volgende rede: Mijnheer Van der Weiden Ik dank u zeer voor de hartelijke woorden, met welke gij mij hebt toegesproken. Bijzonder veel goed heeft het mij gedaan, dat zij kwamen uit uw mond. Het is eene weemoedige gedachte dat van allen. die Raadslid waren bij mijne installatie als Burge- meester, gij de eenige zijt, die nog zitting neemt en toch ben ik er blij om, dat gij die eenige zijt en de man waart, die mij hebt willen gelukwenschen in de bewoordingen, waarin gij dat gedaan hebt. Dan zich tot den Raad wendende zegt spreker Zoo ik iets gedaan heb, als ik iets heb kvnnen doen in het belang der gemeente, dan heb ik dat te danken, behalve aan de omstandigheden, die den weg en de richting aanwezen, aan de waardeering, die ik altijd in zoo groote mate van de gemeentenaren en bovenal van den Raad heb mogen ondervinden. Die waardeering stel ik op hoogen prijs, zij heeft m!j het werken gemakkelijk gemaakt, en mij met mijn gezin gelukkig doen gevoelen in deze gemeente, die mij lief is, en waar ik met mijn gezin zooveel zegen heb mogen ondervinden. Ik dank u allen hartelijk voor de instemming, die gij getoond hebt met de woorden van den heer Van der Weiden en beveel mij bij voortduring in uw aller vriendschap aan. Ook deze rede wordt met algemeen appiaus begroet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1909 | | pagina 3