30 November 1909.
7
ken prijzen voor de bijproducten; de uitgaaf geschiedt
grootendeels ten behoeve van de gasfabriek, die goed
rendeert en dan nog beter zal rendeeren.
De heer Van den Berg herhaaît, dat hij niet is te-
gen verdieping der vaarten.
De heer Honig is afgeschrokken door de cijfers,
hierom vraagt hij, welke voordeelen staan tegenover
de uitgaven, en of het voordeel eenigszins kan becij-
ferd worden door opgaaf van het verschil ir. de vracht-
prijzen der steenkolen als grootere schepen voor het
terrein der gasfabriek kunnen komen, zoo ook door
opgaaf van het verschil in de vrachtprijzen der bijpro-
ducten; hij had gaarne eene begrooting gezien, waar-
uit bleek, dat de uitgaven gewettigd zijn. Spreker ver-
volgt dan, dat de Raad wist toen de gasfabriek op
dit terreän werd geplaatst, dat de Wippervaart, zij het
niet dit jaar dan toch over een of twee jaar, zou moe-
ten worden opgeknapt, doch, zonder dat hij kan oor-
deelen over de voordeelen, vindt hij het moeielijk om
voor de besluiten te stemmen.
De Voorzitter beantwoordt de verschillende sprekers;
waar de heer Van den Berg heeft gezegd, dat andere
dingen meer noodig zijn, geeft spreker toe, dat ande-
re dingen ook noodig zijn, maar dat het nog te be-
zien staat, of ze meer noodig zijn; ook geeft spreker
toe, dat het bij de IJzeren Brug moeielijk is om naar
den weg te komen, doch meent, dat sedert de losplaats
met oprit bestraat is, het 80 procent beter gaat dan
vroeger; de losplaats bij de IJzeren Brug heeft het
voordeel dat ze rustig is, men passeert ze daar niet
zooals dit wel het geval zou zijn als ze was op de
Kerklaan, de losplaats zou daar moeten komen aan de