9 Februari 1910.
2
De noordelijke hoofdbuis wordt,' wanneer daarom-
trent met de Gemeente Haarlem de noodige over-
eenkomst is gesloten, in verbinding gebracht met het
in het Noordwesten der gemeente reeds aanwezige
buizennet der Haarlemsche waterleiding, en de buizen
van de Kennemer bouwmaatschappij, welke door de
gemeente Heemstede worden overgenomen.
De diameters der buizen zijn zoodanig berekend,
dat onder normale omstandigheden in het geheele
buizennet steeds voldoende druk is.
De zuidelijke hoofdbuis, wijd aar.vankelijk 200 m.m.
vertakt zich nabij de Ned. Herv. Kerk, en geeft water
af aan eene 100 rr.m. leiding in den Achterweg, wel-
ke op haar beurt weer een zijspruit van 100 m.m
heeft in den Meerweg.
Nabij de begraafplaats in den Giipperweg gaat de
Zuidelijke hoofdbuis over in eene leiding van 125 m.m.
wijdte, welke wordt gelegd tot nabij „Eensgezind'',
met twee zinkers door de vaarten, één bij de z.g. „Nieu-
we brug en één bîj de „Glipperbrug "beide aan de West-
zijde van die bruggen.
In de Prinsenlaan tot even voorbij d:n Kadijk wordt
eene 100 m.m. buis gelegd.
ln de Molenwerfslaan komt eene 100 m.m. leiding,
welke in verbinding wordt gebracht met de 300 m.rn.
hoofdbuis.
De Noordelijke hoofdbuis, aanvankelijk wijd 300
m.m. welke zich op het Wilhelminaplein naar de Camp-
laan westwaarts afbuigt, vertakt zich op het Raadhuis-
plein in eene 150 m.m. leiding in de Van Merlenlaan,
waarin één zinker, en eene 250 m.m. leiding in het
Raadhuisplein en Raadhuisstraat, die bij de Kerklaan
vôör den zinker door de Zandvaart overgaat in eene
leiding van 225 m.m. in den Binnenweg en Bronsteê-
weg tot bij de Emausiaan, waar zij, vôor den zinker
door de Kraainestervaart, overgaat in eene 200 m.m.
leiding, die door de Emauslaan en den Heerenweg
wordt gelegd, en, behoudens verkregen overeenstem-
