3. het Oostelijk gedeelte van genoemden berm te
bestemmen tot verbreeding van het westelijk voetpad
van den Heerenweg;
4. het meergenoemd westelijk gedeelte van ge-
noemden berm groot zevenhonderd en zestig centi-
aren onderhands te verhuren aan den heer P. M. J.
Eldering voornoemd tegen drie en een halven cent
per centiare en per jaar volgens nader door Burge-
meester en Wethouders met hem te sluiten huurcon-
tract op den grondslag van de volgende bepalingen
en voorwaarden:
a. de verhuring zal ingaan op 1 Mei 1910 en ein-
digen op 30 Juni 1911, ze wordt echter telkens voor
een jaar, loopende van 1 Juli tot 30 Juni daaraanvol-
gende, verlengd, indien niet een der partijen haar
minstens vier. maanden voor het einde van den loo-
penden huurtermijn schriftelijk heeft opgezegd
b. de uitzetting van het te verhuren gedeelte zal
voor gezamenlijke rekening van den huurder en van
de gemeente door een landmeter geschieden;
c. door den huurder zal voor eigen rekening op
de oostelijke grens van het gehuurde binnen drie
maanden na de sluiting van het huurcontract een hek
worden geplaatst van gaspijpen met vlechtdraad zon-
der prikkels en dit hek zal zoolang de huur voort-
duurt steeds ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders in behoorlijken staat moeten worden on-
derhouden;
d. de sloot waarvan het midden de grens vormt
van het perceel Sectie B. No. 1139 en van het aan
den huurder in eigendom toebehoorende perceel Sec-
tie B. No. 456 zal door den huurder voor diens re-
kening gedempt worden, binnen drie maanden na het
sluiten van het huurcontract doch niet dan nadat te
voren voor gezamenlijke rekening op de grens van
genoemde perceelen op door Burgemeester en Wet-
houders aan te wijzen plaatsen steenen palen zijn ge-
plaatst, welke de huurder steeds daar geplaatst zal
moeten laten;
e. het meergenoemd oostelijk gedeelte van ge-
noemden berm zal door den huurder voor diens re-
kening binnen drie maanden na het sluiten van het
huurcontract moeten worden afgegraven tot gelijke
hoogte als het bestaande naastgelegen voetpad.
de kosten vallende op dit huurcontract zijn voor
rekening van den huurder.
Gedaan ter openbare vergadering van den 31
Maart 1910.
De Voprzitter,
De Secretajis,