31 Maart 1910.
14
Burgemeester en Wethouders; aan den laagsten in-
schrijver hebben dezen het werk indertijd niet gegund,
omdat zij de inschrijvingssom te laag vonden; echter
werd gemeend, dat Van der Linden meer kans had
voordeel uit het vuilnis te maken, doch hij kan dit
niet, omdat, zooals de heer Van Wickevoort Cromme-
'in °°k gezegd heeft, de sloot bij het terrein niet ver-
diept is.
Spreker vervolgt dan, dat, als in de voorwaarden
van aanbesteding twee vuilniswagens zijn aangegeven,
een aannemer daarop ingaat; dit is eenigszins eene
fout van Burgemeester en Wethouders, die hun ech-
ter niet al te sterk mag worden aangerekend, in het
begin toch heeft de aannemer het er mee kunnen
d°en de Raad heeft erkend, dat aanschaffing van een
derden vuilniswagen noodig was, en dat wij nu zelf
erkennen, de zaak te gemakkelijk te hebben ingezien,
is een bijzonder feit.
Van der Linden heeft tot nu toe niets bij ontvan-
gen, de aannemer Vrijer ontving f 1040 per jaar er bij;
als de aannemer van het contract wordt ontslagen,
dan is het de vraag, of het nog niet veel meer zal
kosten, maar is het beginsel gered.
De heer Van Wickevoort Crommelin geeft hierop
als zijne meening te kennen, dat het zeker meer zal
kosten, van welke mededeeling de Voorzitter goede
nota neemt.
De heer Van Houten zegt, dat hij zelf vormt de
minderheid in het College van Burgemeester en Wet-
houders, die is tegen het verleenen eener toelagehij
staat hierbij op hetzelfde standpunt, als toen eene toe-
lage werd verleend aan den aannemer Vrijer; als zoo