28 Juni 1910.
11.
lijk in het winterseizoen werklieden tijdelijk in dienst
nemen voor het onderhouden der wegen, voor welk
onderhoud de twee wegwerkers niet voldoende zijn
bij de groote uitgestrektheid van wegen, die thans aan
de gemeente behooren. Wanneer nu de gemeente-op-
zichter zou oordeelen, dat de aanwezigheid van Van
der Putten op de begraafplaats niet.meer noodig is
voor het onderhoud, dan zou hij dezen werkzaam kun-
nen stellen aan de gemeentewegen,
In verband met een en ander wordt voorgesteld J.
van der Putten voornoemd aan te stellen als gemeen-
te-werkman- doodgraver op een salaris van f8 per
week, met ingang van 4 Juli 1910, f 0.50 per lijk, dat
op de begraafplaats ter aarde besteld wordt, en vrije
woning met tuin, hij zal dan staan, onder de bevelen
van den gemeente-opzichter en in de volgende verga-
dering kan dan eene instructie worden vastgesteld.
Nadat de Voorzitter nog heeft uiteengezet, dat Van
der Putten nooit van de inkomsten van de begraaf-
plaats heeft kunnen leven, maar gewoon als los werk
man zijn brood verdiende en dat deze o.a. in den
Aerdenhout bij den aanleg der wegen bijna geregeld
werkzaam is geweest, wordt h^t voorstel van Burge-
Vll meester en Wethouders met algemeene stemmen aan-
Adres genomen.
Jac. Tromp Ingekomen is een uitvoerig adres, dd 15 Mei 1910,
inzake aan- (127/25) van den heer Jac. Tromp, schilder te Haar-
besteding 'em, waarin hij zich opnieuw er over beklaagt, dat
schilder- aan hem als laagsten inschrijver bij de openbare aan-
werk ge- besteding van het schilderwerk der gemeente-gebou-
meente- wen dat werk niet gegund is geworden en waarin hij
gebouwen. den Raad verzoekt hem in zijn hoedanigheid als aan-