28 Juni 1910.
26.
De Voorzitter deelt mede, dat de ge r.eente-opzich-
ter volgens diens rapport geen bezwaar heeft, zoodat
spreker voorstelt de gevraagde vrijstelling te verlee-
nen, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt be-
sloten.
Rondvraag. Bij de Rondvraag vraagt de heer Preijde, of het
Tiidige njet mogelijk zou zijn de verslagen wat vroeger te
rondzending 0ntvangen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat de
Raadsstuk- Secretaris daarvan veel werk maakt en het wel eens
wordt uitgesteld, omdat belangrijker dingen voorgaan,
vroeger werden de notulen gelezen en dan hoorden
de raadsleden ze nog later, ze werden dan slechts e-
ven gehoord en was het moeielijker zich de zaak te
binnen te brengen.
Als de heer Preijde zegt ook de andere raadsstuk-
ken te bedoelen, antwoordt de Voorzitter, dat men in
dezen altijd voor moöielijkheden staatom de stuk-
ken langer te voren bij de Raadsleden te laten zijn,
zou het wel eens noodig blijken de vergadering en
daardoor ook de afdoening een week uit te stellen.
De heer Honig steunt het verzoek van den heer
Preijde van harte, er wordt bijna nooit behoorlijk tijd
gegeven.
De Voorzitter gelooft, dat dit iets is, dat aan meer-
dere gemeenten volgens de klachten van meerdere
raadsleden eigen is, als het vlugger kan wil spreker
daartoe medewerken, maar het blijkt wel, dat dit niet
Verbetering zoo heel gemakkelijk is.
bestrating De heer Höcker wijst er op, dat de bestrating van
oprit Glip- den oprit der Glipperbrug bijna geheel puin is ge-
perbrug. worden, waarop de Voorzitter verbetering toezegt.