28 Juni 1910.
7.
IV.
Gewijzigde
eerste sup-
pletoire
begrooting
voor
vraagt hierover het advies der Financieele Commissie.
De heer Honig, Voorzitter dier Commissie, deelt
mede, dat deze de besluiten heeft ingezien en over-
wogen en adviseert tot goedkeuring, waarop ze met
algemeene stemmen ongewijzigd worden vastgesteld.
De Voorzitter deelt mede dat van Gedeputeerde
Staten (104/18) de in de vorige vergadering vastge-
stelde eerste suppletoire begrooting dienst 1910 is
teruggezonden, omdat er bezwaar bestaat, dat beschikt
wordt over overschotten van posten als een dienstjaar
1910. nog niet is afgesloten; daarentegen zou wel mogen
beschikt worden over een gedeelte van het vermoe-
delijk batig saldo van dat dienstjaar. Spreker zegt, dat
Burgemeester en Wethouders er voor zijn om aan dit
bezwaar tegemoet te komen, hierom hebben zij de
begrooting aldus gewijzigd opnieuw ingediend.
Nog is van de gelegenheid gebruik gemaakt om in
die begrooting ook te regelen de kosten van het ha-
ventje bij de gasfabriek en de bijdrage van de gasfa-
briek in de verdieping der Wippervaart, zoodat ze nu
sluit in ontvangsten en uitgaven met een gelijk bedrag
van f 306111.77.
De heer Honig, Voorzitter der Financieele Com-
missie, deelt namens deze mede, dat zij de begroo-
ting in orde heeft bevonden en adviseert tot goed-
keuring.
De heer Van den Berg zegt, dat het zijne aandacht
heeft getrokken, dat de uitgaven voor verpleging in
ziekenhuizen vrij hoog zijn opgeloopen.
De Voorzitter wijst er op, dat deze zaak behoor-
de bij de af- en overschrijvingen en dus eigenlijk al is
afgedaan; bij de behandeling der gemeente-rekening