15 September 1910.
2
paarden, muilezels, ezels, sleden, rij- of voertuigen:
's jaars.
Voor een paard, muilezel of ezel onder den
zadel voorf2.50
Voor een slede of rij- of voertuig zonder
veeren of riemen, bespannen met een paard voor „3.
Voor idem bespannen met twee paarden voor 5.
Voor een rij- of voertuig met of zonder vee-
ren of riemen, bespannen met een paard, muil-
ezel of ezel, voorf6.
Voor als boven en tevens voor een slede
of rij- of voertuig zonder veeren of riemen,
bespannen met twee paarden voor„7.
Voor een rij- of voertuig met of zonder
veeren of riemen, bespannen met t'.vee of meer
paarden, muilezels of ezels voor„10.
Voor ieder door mechanische kracht voort-
bewogen rij- of voertuig per wie!2.50
Met dien verstande, dat ieder die het tolgeld uitge-
kocht heeft, ook met meer dan een paard. muilezel
of ezel onder den zadel of met meer dan een rij- of
voertuig van dezelfde soort en bespannen met hoog-
stens hetzelfde aantal paarden, muilezels of ezels als
waarvoor hij zich heeft uitgekocht. den tol zonder be-
taling zal mogen doorrijden.
Hij die den tol doorrijdt met een ander rij- of voer-
tuig, of met een rij- of voertuig bespannen met meer
paarden, muilezels of ezels dan waarvoor hij zich
heeft uitgekocht, betaalt naar het tarief.
De uitkoop geidt voor den uitkooper, de leden van
zijn gezin en zijne bedienden.
De uitkoop door een verhuurder van paarden,
muilezels, ezels, sleden, rij- of voertuigen geldt slechts
voor hem, de leden van zijn gezin en zijne bedienden,
wanneer zij zonder andere passagiers den tol door-
rijden.