21
M E M 0 R I E V A N T 0 E L I C H T I N G.
Volg-
nummer
62. De kosten yan onderhoud der tolgaarderswoningen met tariefborden vvorden geraamd op 275.—
waaronder beffrepen het geheel verven van het tolhuis aan de Leidschevaart. V 001 huui van
eene tolgaarderswoning aan de Camplaan wordt geraamd 104. A erder wordt geraamd vooi
innen van schoolgelden f 27.50, voor uitreiking van belastingbiljetten/15.— terwijl het ovenge
bedrag voor belastingbiljetten en vergoeding van vervolgingskosten zal noodig zyn.
63 Omdat het zuideli]k deel der gemeente nog steeds gehandhaafd îs 111 de 7de klasse der Personeele
Belasting moet een flink bedrag voor aandeel in de kwade posten worden beschikbaar gesteld
Over 1910 bedroegen de uitgaven 1161.65, doch de teruggaaf over 1908, die m 1911 wordt
verrekend, zal lager zijn, omdat in 1908 het Noordelijk deel der gemeente m eene anderc
klasse der Personeele Belasting is gehracht.
64. Weekloon 2 tolgaarders, 6,— per week elk624,—
2 ontvangloon van 2400.—
Weekloon tolgaarder Leidschevaart^lb.
10 ontvangloon van 1000,—
DiversenJL11_
Totaal 1200.—.
65. Aan den deskundige wordt 1.50 per vergunning betaald, berekend naar 22 vergunmngen,
Voor herschattingen is het ovenge bedrag uitgetrokken.
66. De opbrengst der opoenten wordt geraamd op 37S46waarvan gj wordt 933.62=. daar
de opbrengst vermoedelijk wel hoogcr zal zijn îs de post op 91o. öesteid.
67. Jaarwedde van den gemeente-opziehter
Bijdrage in onderhoud rijwiel, idem30.
Jaarwedde van den klokluiderA t iqnû wm-dt thms
In verband met het verhandelde m de Raadsvergadermg van 26 October 1909, wordt thans
vnoro-esteld de betrekkine van gemeente-architect op te heffen.
Het is trebleken nu de op proef aangestelde gemeente-opzichter zich m de zaken heeft mge-
werkt dathet niet noodzakelijk is tevens een architect te hebben, omdat een opz.chter, althan
voorloopig alleen het werk kan doen. Voor buitengewone werken kan dan altijd nog het advie.
van een deskundige worden ingeroepen en zoo ook desverlangd voor controle op den opzichtcr.
Voorgesteld woât met ingan| vaA 1 Januari 1911 de jaarwedde van den opzmhter te regelen
ll Aanvangsiaarwedde 1100.—, deze stijgt telkens na 2 jaren dienst met 50,—totdat een
maximum0 van 1300.— is bereikt. De diensttijd van den opzichter vangt aan met de defim-
tieve benoeming.
wordt f 33.-i ii
