i6 Deccrr.tcr 1910.
2.—
van voorbijgaanden aard en kan in dat geval met de
winsten van volgende jaren worden verrekend.
4. Bedraagt de zuivere winstineenig jaar minder dan
het bij de gemeente - begrooting voor dat jaar geraam-
de bedrag, dan kan het ontbrekende voor zooveei mo-
gelijk worden aangevuld uit de reeds gemaakte en nog
aanwezige reserve.
Art. 4.
1. De reserve, of een gedeelte daarvan, kan worden
gestort in een reservefonds, dat door B. en W. wordt
beheerd. B. en W. doen jaarlijks verslag over den toe-
stand van het fonds aan den Raad.
2. Over een reserve en de waarden van het reserve-
fonds mag alleen worden beschikt onder goedkeuring
van den Raad.
Art. 5.
1. De afschrijving op de onderscheidene bezittingen
van het bedrijf, geschiedt volgens een tabel, waarop de
ufschrijvingen worden uitgedrukt in hondersten van de
aanschaffingswaarden dier bezittingen. Deze tabel wordt
door B. en W. vastgesteld en aan den Raad medege-
decld, en ten minste eenmaal in de vijf jaren herzien.
2. Een bedrag gelijk aan dat der afschrijvingen, kan
behoudens goedkeuring van den Raad worden bestemd
voor aflossing van leeningschuld of voor uitbreiding
van het bedrijf of van het bedrijfskapitaal.
Art. 6.
1. Voor zooverre de beschikbare kasgelden een voor
v