9 Fcbruari 1911.
19
daarmee een succesje heeft gehad, er is heel wat
werk aan geweest.
Spreker leest op de agenda van een voorstel van
den heer Dr. Droog, hij meent echter, dat als deze
in de vorige vergadering een voorstel had ingediend,
dit zeer zeker was gekelderd.
De Voorzitter antwoordt, dat de heer Van den Berg
hierin niet heelemaal gelijk heeft, de heer Dr. Droog
heeft in de vorige vcgadering de wenschelijkheid
besproken en toen is een advies toegezegd.
De heer Dr. Droog zegt, dat hij is geïnspireerd
geworden door een voorstel van het oud-Raadslid
den heer Jansen Hendriks in de vergadering van
17 December 1908, die in de volgende vergadering
daar weer is op teruggekomen.
Genoemde voorstellen zijn voor hem de aanleiding
geweest, om op deze zaak terug te komen hij dankt
voor het werk, dat is gemaakt, en als resultaat komt
zijn voorstel van heden avond, hetwelk gerust later
kan behandeld worden, spreker heeft in deze geen
pretentie.
De Voorzitter herinnert zich dat de heer Jansen
Hendriks had toegezegd zijn voorstel schriftelijk in
te dienen, maar in gebreke is gebleven dit te doen.
De heer Van Wickevoort Crommelin zegt, dat het
verschil hierin is gelegen, dat den heer Jansen Hen-
driks was verzocht zijn voorstel schriftelijk in te die-
nen.
De heer Van Meeuwen vindt het prijzenswaardig,
dat als mondeling aan Burgemeester en Weihouders
eene vraag wordt gedaan, zij deze dan in overweging
nemen en dat zij niet wachten op een schriftelijk
voorstel, hij is hun daar dankbaar voor.