6 April 1911
3.
De Voorzitter zegt, dat de bak gemakkeiijk van de
wielen afgenomen kan worden en deze heel goed
door eene niet breede deur heen kan.
De heer Dr. Droog acht het beter, dat de wagen
zelf in de barak kan worden gereden.
De Voorzitter zegt, dat het voorstel van den heer
Dr. Droog een détaii betreft, dat zonder veel moeite
kan veranderd worden, de doorgang kan grooter ge-
maakt worden door verbreeding van den uitbouw, en
misschien is het wel goed dan eene dubbele deur
aan te brengen, spreker heeft tegen het voorstei
geen bezwaar,
De heer Dr. Droog deelt voorts mede, dat den
laatsten tijd in gasthuizen geen boven den vloer uit-
stekende dorpels in de deuropeningen worden ge-
maakt, dit is ook beslist onnoodig en veroorzaakt bij
het doorrijden met een ziekenwagen schokken, hetgeen
voor een zieke en vooral voor een gewonde, onaan-
genaam is. Spreker acht het daarom ook gewenscht,
als ce dorpei voor de buitendeur zou moeten behou-
den blijven, dat deze dan zoo wordt gemaakt, dat er
overheen gereden kan worden zonder s'oot.
De Voorzitter zegt, dat dit een practische wenk is,
waarmee gaarne rekening zal worden gehouden.
Vervolgens maakt de heer Dr. Droog de opmerking,
dat in het plan slechts een privaat is opgenomen, hij
vindt dit weinig. Dat privaat is vermoedeiijk bestemd
voor de verpleegster en dan ontbreekt een afzonder-
lijk privaat voor de zieken.
De Voorzitter antwoordt, dat de zieken vermoede-
lijk van andere utensiliën zullen gebruik maken.
De heer Droog zegt, dat de meeste menschen het