20 Juli 1911.
15
gebruikt wordt.
Spreker gelooft, dat het een groot bezwaar voor de
vereeniging zou zijn die voorwaarde te aanvaarden.
De heer Van Meeuwen handhaaft zijn voorstel om
op te nemen de woorden „tot wederopzeggens" ach-
ter het woord „besluit".
De heer Honig zegt, dat het gebouw voor een aan-
tal jaren op erfpacht wordt gebouwd; hij meent, dat
bij het stellen der voorwaarde „tot wederopzeggens"
niet tot den bouw za! worden overgegaan tegen zul-
ke voorwaarde is in de praktijk bezwaar waar het
een gebouw van f 10.000 geldt.
De Voorzitter merkt op, dat men met een College
te doen heeft en niet met een persoon, dit maakt wel
eenig verschil er wordt wel eens gezegd, dat niets
zooiang duurt als tot wederopzeggens.
De heer Van der Eijken zegt, dat als het gebouw
naderhand voor iets anders, dat niet gewenscht is, in
gebruik wordt genomen, de toestemming is verleend,
en in zulk geval was het goed, dan het heft in han-
den te hebben.
De heer Van der Weiden wijst er op, dat het ge-
bouw alleen voor de sport gebruikt mag worden.
Het voorstel Van Meeuwen wordt daarop in stem-
ming gebracht en verworpen met 2 tegen 9 stemmen.
De heeren Van Meeuwen en Van der Eijken stem-
den voor.
De heer Honig vraagt, of deze toestemming, door
den Raad verieend, nog wat te maken heeft met het
servituut, waarbij verboden wordt te bouwen op dit
terrein.
De Voorzitter antwoordt, dat de Raad hiermede
niet heeft te maken.
De heer Honig zegt, dat in de besluiten van een
waterschap, ais men ook met anderen te maken heeft
gewoonlijk wordt opgenomen „behoudens rechten van
derden".