20 Juli 1911.
5
vereenigen met de voordracht van Burgemeester en
Wethouders.
Deze voordracht luidt als volgt
Voordracht tot ontslag van een Onderwijzer
wegens ophefring van zijne betrekking.
Burgemeester en Wethouders enz.
Ten gevolge van die voordracht wordt het volgen-
de ontwerp besluit voorgesteld
Ontslag van een onderwijzer wegens opheffing
van zijne betrekking.
De Raad enz.
Dit besluit wordt zonder hoofdelijke stemming, on-
gewijzigd, vastgesteld. waarop in behandeling komt
het ontwerp-besluit, luidende
Bijdrage in het wachtgeld of pensioen van
een gewezen onderwijzer
De Voorzitter deelt bij dit Iaatste besluit mede, dat
de heer Waringa, door de opheffing zijner betrekking
en het daarop gevolgd ontslag, op wachtgeld wordt
gesteld en dat daardoor zijne inkomsten verminderen.
Daar de heer Waringa 34 jaren als onderwijzer in
de gemeente is werkzaam geweest, komt het Burge-
meester en Wethouders billijk voor hem f 100 boven
dat wachtgeld of later pensioen te geven, opdat die
vermindering voor hem niet zoo belangrijk zal zijn.
Dit ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stem-
ming ongewijzigd, vastgesteld.
De Voorzitter zegt, dat het hem aangenaam is, dat
de Raad met deze voorstellen instemde en ook met
het vcorstel om den heer Waringa eene toelage van
f 100 te geven, daarmede wordt algemeen erkend, dat
de heer Waringa gedurende dien langen tijd zijn plicht
aan de school heeft gedaan en daarvan eene kracht
was.
Spreker wenscht den heer Waringa dan ook toe,
De Raad enz.