22 Augustus 1911.
14
<k van U heb mogen leeren, als wij in meening ver-
schilden. Gij verlangt natuurlijk. dat het der gemeente
goed moge blijven gaan, Uw lidmaatschap van den
aa eeft U, zoo mogelijk, nauwer met hare belan-
gen verbonden. Ik hoop, dat gij dien band zult blij-
ven gevoelen en wensch U toe, dat God U ook in
uw verder leven moge zegenen.
Deze rede werd door den Raad met algemeen ap-
plaus begroet. F
°e Heer Van den Berg zegt, dat, nu de beraadsla-
gingen zijn gee.ndigd, het hem wel veroorloofd zal
worden, dat hij even afwijkt van de gewone wijze van
woord voeren en even op mag staan.
Spreker zegt zijn naam door den Voorzitter te heb-
ben hooren noemen, en wil hem dank brengen voor
de welwillende, vnëndelijke en waardeerende woorden
tot hem gesproken.
Die woorden stelt spreker op zeer hoogen prijs
met alleen om de woorden zelf, maar vooral omdat
bRe^mstéd" '"'3'3en Va" den Burgemeester van
Spreker wil uit den grond van zijn hart den Voor-
Z'tter wederkeerig ook zijn dank betuigen. In de
eerste plaats voor de welwillende en vriendelijke ont-
vangst, die hem steeds werd bereid in de werkkamer
van den Burgemeester, 't zij dat spreker was ontbo-
en, z.j dat spreker daar uit eigen beweging kwam.
sorek °m 1 a3ar Z°° StUT'^ sigaar door
preker van den Voorzitter werd opgestoken, doch
voor t °pen oor en voor de schoone resultaten bij
zoon bespreking steeds bereikt. Ook brengt spreker
den Voorzitter lof en dank voor de echt massieve
leidmg der beraadslagingen en voor de wijze, waarop
deze steeds w.st te nemen en te geven, zoo, dat men
zich onder elke omstandigheid steeds veilig gevoelde
onder d.ens leiding, waarvoor de Voorzitter dan ook
alle hulde en lof verdienf.