22 Augustus 1911.
15
Dan wenscht spreker nog dank te brengen aan zijn
geachte collega's, waarmede hij heeft samengewerkt,
in het bijzonder aan den Heer Honig, met wien spre-
ker steeds op zeer intieme wijze omging, zoo zelfs,
dat spreker niet te veel zegt, als hij beweert, dat daar-
door diens zetel in gevaar is gebracht.
Ten slotte wil spreker een woord van dank zeggen
aan de ambtenaren, voor zoover die teekenen hebben
gegeven van eene welwillende houding.
Deze rede wordt eveneens door den Raad met ap-
plaus begroet.
De heer Beelen dankt hierna ook den Voorzitter
voor diens welwillende woorden, waarop deze de ver-
gadering sluit.
De Voorzitter
-De"Secretaris,