26 October 1911.
2
1. Dat de demping' van de sloot geschiedt met zuiver
zand tot de hoogte van de kantlaag van de aangrenzende
bestrating van den Bronsteêweg. vöör 1 Maart 1912
2. dat het te plaatsen hek voor het perceel sectie A
no. 2440 zal worden gesteld op het hart der sloot lig-
gende respectievelijk 8.20 M., 8.20 M en 7.80 M. uit
de oostelijke rail der stoomtram, zooals op de bij dit
besluit behoorende teekening is aangegeven en geene
deurtjes of poortjes over den openbaren weg zullen
draaien
3. dat het te plaatsen hek voor het gedeelte van het
perceel sectie A no. 2441 zal worden gesteld in het
verlengde van het hek op den dam voor dat perceel;
4. dat het talud aan de Noordzijde van het gedempte
zal worden gemaakt van gestapelde blokzoden onder eene
helling van 1 op 2
5. dat het terrein, verkregen door demping der sloot,
gelegen ten Westen van de te plaatsen hekken, voor
zoover het rnocht toebehooren aaD adressanten, door
dezen worde bestemd voor den openbaren dienst;
6. dat de aansluitingen van de uitgangen aan den
Bronsteêweg behoorlijk zullen worden verhard ten ge-
noegen van Burgemeester en Wethouders tot tegen de
bestrating van den Bronsteêweg;
7. dat alle werken ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders zullen worden gemaakt en steeds ten
hunnen genoegen in goeden staat zullen worden onder-
houden
8. dat eene gezegelde verklaring wordt overgelegd,
onderteekend door adressanten, dat de bovenstaande
voorwaarden wordcn aangenomen en gvtrouw zullen
worden nagekomen.e—
Gedaan ter openbare vergiMering van den 2n (Jëtober