26 October 1911.
der dezelfde dienstvoorwaarden werkzaam zou blijven,
daar zit juist het moeielijke van de zaak in, want, als
de tol wordt opgeheven, is dat niet na te leven, we
kunnen den man dan niet in dienst houden. Thans be-
druipt de tol dat loon en daarvoor wordt de tol be-
diend en tevens toezicht gehouden op de laad- en
losplaats aan de Leidschevaart, voor welk toezicht be-
halve het loon nog iets wordt gegeven.
De Voorzitter zegt dan, dat het voorstel van den
heer Van Meeuwen hierop neerkomt, dat de verorde-
ningen op de heffing en invordening van tolgelden op
den Binnenweg en de Camplaan met ingang van 1
januari a.s. zullen vervallen, waarmede de heer Van
Meeuwen verklaart accoord te gaan.
De heer Dr. Droog zegt, dat het tegenwoordig eene
stille overeenkomst is tusschen de gemeenten, om de
beletselen voor het verkeer weg te nemen en eene
vooruitstrevende gemeente als Heemstede behoort daar-
aan mee te doen.
Als men voor bestrating van wegen wil laten beta-
len, dan kon Haarlem aan den Wagenv.eg ook wel
een tol plaatsen, want die gemeente heeft ook weer
pas een geceelte daarvan opnieuw bestraat.
De heer Honig merkt op, dat dit de Rijksweg is,
waarop de heer Dr. Droog zegt, dat evengoed een
andere toegangsweg, b.v. de Dreef, als voorbeeld kan
worden genomen, doch de gemeente Haarlem zal het
niet doen, want ze profiteert er bij, dat er vrij verkeer
is. Spreker veroordeelt ook vooral de tollen, omdat
een gedeelte derinwoners daardoor de bestrating be-
taalt en het Noorderkwartier daarvan vrij komt, terwijl
daar toch ook straten zijn, die de gemeente heeft moe-
ten overnemen en waar de gemeente voor moet zor-
gen. Er zou over deze zaak nog veel meer zijn te
zeggen, doch ze is al meer lang en breed besproken,
dus zal spreker er nu niet verder op in gaan.
