26 October 1911
- 38
entegen gebeurt het dikwijls, dat de Gemeente-Opzich-
ter den geheelen dag door de gemeente moet rijden.
De heer Tromp merkt op, dat de fitters ook soms
veel moeten rijden.
De Voorzitter antwoordt, dat de fitters eene hooge-
re vergoeding krijgen dan de lantaarnopstekers en wel,
naar gelang zij meer van hun rijwiel moeten gebruik
maken, stijgt de vergoeding
De heer Tromp zegt, dat voor een rijwiel per week
f 1 huur moet worden gegeven, hetgeen voor hen, die
geen rijwiel kunnen koopen, nogal bezwaarlijk is.
Spreker vindt daarom ook de vergelijking tusschen
de bedragen van f 80 voor den Opzichter, en f 24, f 20
en f 12 voor het personeel van de Gasfabriek, niet ge-
heel juist, die bedragen komen niet met elkander
overeen.
De Voorzitter zegt, dat indertijd de schaal zoo is
opgemaakt in verhouding tot het gebruik en spreker
meent, dat men er toen tevreden over was en er oor-
spronkelijk niets op tegen had. Beter was het geweest,
dat deze opmerking bij de begrooting voor de Gas-
fabriek gemaakt was, tenzij de heer Tromp wil voor-
stellen het uitgetrokken bedrag voor den Gemeente-
Opzichter te verlagen.
De heer Tromp zegt, dat dit niet de bedoeling is,
spreker zou de vergoeding voor de anderen willen
verhoogen.
De Voorzitter zegt toe deze zaak bij de üascom-
missie ter sprake te zullen brengen en meent, dat mo-
gelijk bij de behandeling van het werkliedenreglement
deze aangelegenheid nog wel kan worden overwogen
en in de loonregeling opgenomen.
De heer Tromp kan zich hiermede wel vereenigen
en wil nog even opmerken, dat het aan de Gasfabriek
een eisch schijnt te zijn, dat bepaalde werklieden een
rijwiel hebben.
