26 October 1911
- 5
De Voorzitter zegt dat een logisch gevolg is van
de vaststelling der gewijzigde verordening op de hef-
fing van begraafrechten, waardoor de afkoop voor vijf-
tig jaren van het onderhoud is verminderd van f 75
op f 50 of f 40, dat er zekere onbillijkheid in zou zijn
voor hen, die reeds afkochten, indien het meerdere,
dat door hen is betaald, niet zou worden teruggege-
ven.
Burgemeester en Wethouders doen daarom een
voorstel het meerdere aan hen terug te geven, wan-
neer die personen dat verlangen; daar het recht nog
niet door velen is afgekocht, zal het te restitueeren
bedrag niet zoo hoog zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop vastge-
steld het volgende besluit
Restitutie begraafrechten.
De Raad enz.
III. Adres van de heeren J. Captein en H. Korringa
om demping van een sloot en plaatsing van een hek
Demping |angS ^en Bronsteêweg met voorstel van Burgemees-
sloot en fer en Wethouders.
plaatsen Het voorste| luidt, om vast te stellen het volgende
hek Johs. j3es|uit
Captein en [)empLng sloot en plaatsen hek aan den Bronsteêweg
H Korringa. voor e[e perceelen van /ohs. Captein en H. Korringa.
De Raad enz.
De heer Honig zegt bij voorwaarde 8, waar staat
dat eene gezegelde verklaring moet worden overge-
legd, dat de bovenstaande voorwaarden worden aan-
genomen en getrouw zullen worden nagekomen, de
opmerking te willen maken, dat hij zich heeft afge-
vraagd, wat er zal gebeuren, als de voorwaarden niet
worden nagekomen. Spreker gelooft, dat er dan niets
aan te doen is en zou er daarom nog aan willen toe-
voegen, dat als het niet wordt gedaan, de gemeente
het recht heeft om het gebrekkige voor rekening van