16 Maart 1912.
13.
VI.
Ingekomen
stukken en
mededeelin-
gen.
Adres i.z
Werklieden-
reglement.
Plaatsing
wachthuisje
bij de IJze-
renbrug.
dit werk tot de taak van de onderwijzers behoort.
Aanvankelijk werd daarom een voorstel gedaan lui-
dende als volgt
Wijziging Jaarwedden Onderwijzend Personeel.
De Raad enz.
Door deze regeling zou het maximum der jaarwed-
den f 50.hooger worden met sneller periodieke
verhoogingen.
Na het adres van den onderwijzer J. van den Berg,
hebben Burgemeester en Wethouders deze aangele-
genheid in haar geheel beschouwd. het laatstgenoem-
de voorstel ingetrokken en daarvoor bieden zij nu in
de plaats het meer uigebreide; Burgemeestar en Wel-
houders denken er echter niet aan bij die regeling
ook nog extra voor het overblijven te betalen.
De heer Mr. Van Tienhoven zegt deze geschiede-
nis niet te weten, waarop de Voorzitter opmerkt, dat
het in het nieuwe stuk staat en het adres van de on
derwijzers van 16 October 1911, waarbij vergoeding
voor toezicht op overblijvers werd gevraagd in handen
van Burgemeester en Wethouders was gesteld om ad-
vies.
Uet ontwerp-besluit wordt daarna zonder hoofdelij-
ke stemming ongewijzigd vastgesteld.
VI. Ingekomen stukken en mededeelingen,
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen
a. Adres van de Vereeniging van Werklieden der
gemeente Heemstede Door Eendracht Sterk om
wijziging van het Ontwerp-Werkliedenreglement en de
ter uitvoering daarvan te nemen besluiten.
De Voorzitter zegt, dat hierbij behoort eene memo-
rie van toelichting, welke stukken de raadsler'en in
afdruk thuis hebben ontvangen; Burgemeester en Wet-
houders zullen hierover praeadvies uitbrengen opdat
het in de volgende vergadering kan worden behandeld
wenschen de raadsleden nog amendementen in te
dienen, dan wordt verzocht dit zoo spoedig mogelijk
schriftelijk te doen het praeadvies zal de volgende
week worden toegezonden.
b. Adres van de Verfraaiingsvereeniging voor Heem-
stede en Bennebroek om een wachthuisje te mogen
plaatsen bij de IJzeren Brug
De Voorzitter deelt mede, dat dit adres vanmorgen
is ingekomen de zaak was echter al bij Burgemees-
ter en Wethouders bekend, daar voorloopig was ge-
vraagd of er bezwaren zouden zijn, waarop is mede-
gedeeld, dat Burgemeester en Wethouders van oor-
deel waren, dat het wachthuisje wel zou mogen ge-
plaatst worden Spreker gelooft, dat het niet eene zaak
is van zooveel gewicht, zoodat de Raad aan Burge
meester en Wethouders wel machtiging zou kunnen