3 April 1912
-'11 -
man kan hebben. doch er zijn altijd betere als nu een
militieplichtige in dienst gaat, zai een plaatsvervanger
zijn uiterste best doen om te trachten in de plaats van
dien persoon te blijven.
De heer Van Houten gelooft niet dat, als een werk-
man werkelijk goed is, doch een tijdelijke toevallig
iets beter, dat men dan den eersten werkman niet zal
terug nemen men zal hem zeker ter wille zijn.
De heer Mr. van Tienhoven merkt op dat jongens
van 19 20 jaar eerst later vast worden aangenomen,
daarom is dit niet zoo erg. m
De heer Tromp zegt. dat 19-jarige werklieden geen
jongens meer zijn en reeds voldoende blijken van ge-
schiktheid hebben gegeven, anders waren ze al eerder
weggezonder.
De heer Mr. Van Tienhoven zegt dat ze tot 23 jaar
jeugdig werkman kunnen blijven.
De Voorzitter deelt mede dat in de door den heer
Tromp gegeven redactie staat kunnen worden aan-
gesteld door die redactie zijn Burgemeester en Wet-
houders toch altijd nog volkomen vrij
De heerTromp zegt, dat er dan misschien bij moet
indien hij dat wenscht
De Voorzitter zegt, dat het dan zou moeten zijn
wordt aangesteld
De heer Van der Plas wijst nog, met het oog op
het arrendement, op het geval dat een jeugdig werk-
man slechts jaar in dienst is en dan van hem nog
niet is gebleken of hij voldoende geschikt is.
Het voorstel van den heer 1 romp om de aanvulling
van Burgemeester en Wethouders weg te laten wordt
verworpen met 5 tegen 7 stemmen,
Voor stemmen de heeren Dr. Droog, de Wilde,
Tromp. Höcker en Peeperkorn
De Voorzitter zégt, dat nu nog blijft het amende-
ment van den heer Tromp mét de aanvulling van Bur-
gemeester en Wethouders.
De heer Mr. van Tienhoven vraagt of iemand uit
dienst terugkomende weer als jeugdig werkman wordt
aangenomen, waarop de Voorzitter antwoordt dat er
staat als zoodanig
De heer Mr. van Tienhoven zou dat zoodanig
willen schrappen, opdat hij ook als vast kan worden
aangesteld
De Voorzitter wijst ér op dat er staat kunnen
