3 April 1912 7 gezegd dat veel plichten en weinig rechten in het Reglement zijn opgenomen dit is niet geheel juist. v.-ant het aantal rechten is niet gering. zooals betref- fende de wijze van belooning, regeling werktijden enz. Dat een scheidsgerecht voor hoogere lichamen ge- wenscht is, geeft Spreker toe; in groote gemeenten, zooals Amsterdam, zou een regeling, als wij voor- stellen, niet mogelijk zijn doch dat er iets over in de Gemeentewet zal komen, is spreker niet bekend dit is niet tot stand gekomen en zeker is het daar- mede gegaan, als met hetgeen eerst door ons werd voorgesteld. Dat het voor Burgemeester en Wethouders geen aangename taak is, wordt ook wel gevoeld doch dit is geen reden om zich er aan te onttrekken en zeer zeker zijn zij er wel toe instaat Burgemeester en Wethouders kunnen zich wel op een onpartijdig standpunt stellen en zullen nimmer door dik en door cun heen een advies van een chef volgeneen werkman, die voor straf wordt voorge- dragen, is volstrekt niet tevoren veroordeeld. Als men zoo redeneert. is de toestand bij een sc'neidsgerecht hetzelfdeook daar kan de invloed van een chef groot zijn. De heer Tromp zegt, dat het ontwerp waarover is gesproken nooit wet is geworden daar, tengevolge van den uitslag van de verkiezingen in 1905, het Ministerie aftrad en het ontwerp niet is overgenomen Spreker gelooft, dat een scheidsgerecht niet zoo'n zware straf zou geven, als onlangs door Burgemees- ter en Wethouders aan een man van de Gasfabriek, die f 1.80 per week in loon is verminderd; dit zal met het Reglement nog wel wat terecht komen, doch zul- ke zware straf zal een scheidsgerecht niet opleggen. De Voorzitter zegt, dat bedoeld geval geen straf is geweest, en wil daar wel even op ingaan de be- trokken werkman heett getoond zijn vak niet te ver staan en is toen teruggesteld hij kreeg ander werk. dat was geen straf. Als het Werklieden-reglement be- stond, zou het scheidsgerecht er niets mede te maken gehad hebben. De heer Tromp vindt dan die terugstelling buiten- gewoon zwaar en als er een scheidsgerecht was, zou men zijn oordeel er over kunnen vragen. De heer Van Meeuwen wenscht op te merken dat,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 7