21 MEI 1912.
7
Verplichtingen der werklieden.
Art. 11.
(1). De werkman is verplicht dit reglement en de bij-
zondere voorschriften, welke voor den tak van diensti
waarbij hij is aangesteld, zijn of worden vastgesteld, na
te leven.
(2). De werkman is gehouden de hem opgedragen
werkzaamheden met ijver en nauwgezetheid te volbrengen
en daarbij stiptelijk de hem gegeven bevelen op te volgen.
(8). Wanneer hij door onvoorziene omstandigheden ver-
plicht is van deze bevelen af te wijken, geeft hij daarvan
zoo spoedig mogelijk kennis op de wijze als in de bij-
zondere voorschriften voor den tak van dienst, waarbij
hij werkzaam is, is aangegeven.
(4) Wanneer den werkman door het hoofd van den
dienst eene opdracht wordt gegeven, die naar zijne mee-
ning billijkerwijze kan geacht worden niet tot zijne werk-
kring te behooren, dan kan hij zich schriftelijk tot Bur-
gemeester en Wethouders wenden, met het verzoek eene
beslissing te nemen omtrent het al of niet rechtmatige
der opdracht.
In afwachting van de beslissing van Burgemeester en
Wethouders, is hij verplicht de opdracht uit te voeren,
wanneer het hoofd van den dienst verklaart, dat de uit-
voering geen uitstel gedoogt.
(5). Ingeval de werkman een onderzoek door Bur-
gemeester en Wethouders heeft verlangd, zal door hen
eene beslissing worden genomen over het al of niet
rechtmatige der opdracht. Luidt hunne beslissing, dat
de opdracht onrechtmatig is geweest, en heeft reeds
geheele of gedeeltelijke uitvoering plaats gehad, dan
wordt door hen tevens heslist, welke geldelijke vergoe-
ding den werkman kan worden toegekend. Na de beslis-