21 MEI 1912.
8
sing van Burgemeester en Wethouders dat de opdracht
onrechtmatig is geweest, behoeft daaraan door den
werkman geen verdere uitvoering gegeven te worden.
Aet. 12.
De werkman, die zijne geregelde werkzaamheden niet
buiten de Gemeente verricht, is verplicht binnen de ge-
meente te wonen, tenzij hij van Burgemeester en Wet-
houders vergunning verkregen heeft om zijne woonplaats
buiten de Gemeente te vestigen. Aan deze vergunning
kunnen door Burgemeester en Wethouders voorwaarden
worden verbonden.
Spreekuur der chefs.
Art. 13.
(1). Ten minste éénmaal per week wordt aan de
werklieden gelegenheid gegeven aan het hoofd van den
dienst mondeling mededeelingen te doen, welke zij in
hun belang of in dat van den dienst noodig achten. In de
bijzondere voorschriften worden hiervoor regelen gesteld.
(2). Na schriftelijke aanvrage, behelzende de onder-
werpen van algemeen belang voor de werklieden waar-
over bespreking wordt verlangd, ontvangt hij ook de afge-
vaardigden der vereenigingen van werklieden in dienst
der Gemeente, of bij zijn tak van dienst, mits die afge-
vaardigden zelven werklieden van deze gemeente zijn.
Werktijd.
Art. 14.
(1). Onder gewone werktijd wordt verstaan de werk-
tijd, aangegeven op een door het hoofd van den dienst
vast te stellen werkrooster, waarvan gewaarmerkte af-
schriften worden opgehangen op door hem aan te wijzen
plaatsen.