21 MEI 1912. 21 de kostwinner is, dan wordt öf aan den weduwe of aan den voogd der kinderen öf aan een der ouders of schoon- ouders het loon uitbetaald, tot en met 13 weken, na den dag van het overlijden. Deze bepaling geldt ook bij overlijden van losse werk- lieden, met dien verstande dat voor elke maand dienst aan het overlijden onafgebroken voorafgaande één week loon zal worden uitgekeerd tot een maximum van 13 weken. Ontslag. Art. 33. Ontslag al of niet op verzoek van den betrokkene wordt verleend aan den vasten en aan den voorloopig aange- stelden werkman door Burgemeester en Wethouders, aan den lossen werkman door het hoofd van den dienst die daarvan telkens onmiddellijk kennis geeftaan Burgemeester en Wethouders, aan den jeugdigen werkman onder goed- keuring van Burgemeester en Wethouders door het hooid van den dienst die zijn bewijs van aanneming heeft ge- teekend, of, zoo de werkman dat nog niet heeit ontvan- gen, die hem heeft aangenomen. Art. 34. (1). De vaste werkman, die den dienst der Gemeente wil verlaten, moet ten minste 14 dagen voör het tijdstip waarop hij wenscht, dat zijn dienst een einde zal nemen, een sc.hriftelijk verzoek om ontslag indienen bij het hootd van den dienst, die daarvoor een bewijs van ontvangst afgeeft. In zeer bijzondere gevallen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, kan de termijn van 14 dagen korter worden gesteld. Op het door hem aange- geven tijdstip wordt hem een schriftelijk bewijs van ontslag uitgereikt, hetwelk eervol wordt verleend, indien hiertegen volgens dit reglement geen bezwaren bestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 27