21 Mei 1912. Ärt. 7. Mocht het gemeentebestuur goedvinden, om in den loop van bovengenoemden tijd ook nog meerdere lan- taarns aan bovengenoemde wegen of gedeelte weg te plaatsen, zoo zal de aannemer verplicht zijn de kap- pen te plaatsen en te onderhouden en de lantaarns te doen branden voor een prijs door Burgemeester en Wethouders te bepalen in evenredighéid met die, waar- voor deze aanneming geschiedt en in verhouding tot den tijd, waarin zij zullen branden. Art. 8. Mocht de gemeenteraad besluiten op andere wijze geheel of gedeeltelijk in de genoemde straatverlich- ting te voorzien gedurende den loop van het tijdvak der aanbesteding, dan zal de aanneming voor zooveel betreft de aan te wijzen lantaarns ophouden op het tijdstip door den Raad te bepalen De aanneemsom wordt dan verminderd volgens de volgende berekening: Voor de maanden Januari en December met f 2. Februari November „1.85. Maart October „1.60. April September „1.40. Mei Augustus „1.20. Juni Juli „1 05. per gedurende die maanden te branden lantaarn. Art. 9. Het niet behoorlijk naleven dezer voorwaarden za! van wege Burgemeester en Wethouders worden ge- straft met eene boete van f 3. telkens. terwijl het ge brekkige onmiddellijk ten koste van den aannemer zal worden hersteld. De boeten en kosten zullen bij den eerstvolgenden termijn op de aanneemsom worden gekort. Art. 10. Geene cessies worden erkend dan voor een vol bedrag van een termijn aan een persoon. Gedaan ter openbare vergadering van den 21 Mei 1912. De Voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1912 | | pagina 55