24 October 1912.
19
Wethoudert geen gelegenheid hebben gehad deze
zaak te onderzoeken, doch een onderzoek zal worden
ingesteld.
De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur wordt
daarna zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vast-
gesteld luidende als volgt
Begrooting der Inkomsten en Uitgaven van
het Burgerlijk Armbestuur enz.
Volgn. 109, benevens de volgnos. 110 tot en met
124 worden daarna zonder hoofdelijke stemrriing on-
gewijzigd vastgesteld.
Bij volgnummer 125 acht de Financieele- Commis-
sie het wenschelijk, dat ook voor het bezoeken van
scholen elders dan te Haarlem onder de voorwaarden
van bedoeld Raadsbesluit eene bijdrage zou kunnen
verleend worden.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethou-
ders geen bezwaar hebben dat in dien geest het be-
sluit gewijzigd wordt.
De Heer Mr. Van Tienhoven vraagt, voor welke
scholen die bijdragen zijn, waarop de Voorzitter me-
dedeelt voor de Huishoudschool, de Ambachtschool enz.
De Heer Van der Eijken noemt ook de Tuinbouw-
school te Lisse.
Nadat in de omschrijving van den post de woor-
den te Haarlem zijn veranderd in elders wordt
het bedrag ongewijzigd vastgesteld
Volgns. 125 tot en met 133 worden zonder hoofde-
lijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
Bij volgn. 134 vraagt de Heer Honig, of dit'\^ee}n
nieuwe boot wordt, waarop de Voorzittér toestem-
mend antwoordt.
De Heer Van Meeuwen vraagt, of er een plaats is
om de boot neer te leggen. Spreker bedoelt dat voor
een houten boot een schuitenhuis noodig is, daar de
boot tijden niet gebruikt zal worden en het dan zeer
nadeelig is, als er niets over is gebouwd met een
ijzeren schuit heeft men daarvan geen last.
De Voorzitter zegt, dat met den wenk van den heer
Van Meeuwen rekening zal worden gehouden.
De post wordt daarna zonder hoofdelijke stemming
ongewijzigd vastgesteld.
De Voorzitter zegt dat volgn. 135 het laatst zal