JHL.
Vaststelllng nienw bouwplan Watervliet.
9 Januari 1913.
Aan den Raad der Gemeente Heemstede.
Het raadsbesluit, dd. 22 Juli 1912, waarbij werd
vastgesteld het bouwplan Watervliet werd door
ons ter goedkeuring gezonden aan Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland.
Bij brief van 6 September 1912 van den Heer
Voorzitter van Gedeputeerde Staten werd, onder over-
legging van een advies van den Inspecteur der Volksge-
zondheid voor Noord-Holland en Utrecht, ons verzocht
te willen mededeelen, waartoe de kennisneming van
het advies van genoemden Inspecteur heeft geleid.
In overleg met de Naamlooze Vennootschap Maat-
schappij tot exploitatie van Onroerende Goederen en
administratie van schuldvorderingen Watervliet
met den Heer Jos. Th. J. Cuypers, ontwerper van het
uitbreidingsplan, en met den heer Inspecteur voor-
noemd is een nieuw plan samengesteld, tengevolge
waarvan eenige bepalingen in het Raadsbesluit van
22 Juli 1912 zouden moeten worden gewijzigd en
aangevuld.
Een en ander geeft ons aanleiding U te adviseeren
om, onder intrekking van het raadsbesluit van 22 Juli
1912, een nieuw besluit tot vaststelling van het bouw-
plan goed te keuren, waarvan een ontwerp hierbij
wordt aangeboden.
Door aanneming van dit plan zal aan de voornaam-
ste bezwaren worden voldaan.
Wat verdere opmerkingen in het advies van genoem-
den Inspecteur en in den brief van den Voorzitter van
Gedeputeerde Staten betreft, deelen wij mede, dat
vaststelling van eene achterrooilijn, als door den In-
specteur bedoeld, door ons niet wenschelijk wordt
geacht, daar dan de vrijheid van bebouwing wordt
beperkt en beslist alleen arbeiderswoningen op die ter-
reinen zouden kunnen worden gebouwd
dat opname van eene bepaling, dat de grond be-
stemd voor plein of plantsoen, reeds dadelijk koste-
loos aan de gemeente moet worden overgedragen,
ons niet gewenscht voorkomt, op dezelfde gronden
als in den brief van den Voorzitter van Gedeputeer-
de Staten aangegeven, n.l. dat krachtens dat voorschrift
de gemeente bij den aanvang der exploitatie den eige-