XF.
Wljziging Uitbreidingsplan.
9 Januari 1913.
Aan den Raad der Gemeente Heemstede.
Door den Voorzitter van Gedeputeerde Staten van
Noordhoiland werd ons bij brief van 15 November
1912 toegezonden een schrijven van Burgemeester en
Wethouders van Haarlem aan dat College, d d. 24
October 1912, waarbij een bezwaar wordt gemaakt
tegen het vastgestelde Uitbreidingsplan dezer ge-
meente.
Gedeputeerde Staten v'erzoeken ons mededeelmg
van de beschouwingen, waartoe de kennisneming van
dit stuk ons aanleiding geeft.
Het bezwaar, waarvan melding wordt gemaakt in
het schrijven der gemeente Haarlem, van welke schrij-
ven ook aan ons reeds een afschrift werd gezonden
door de gemeente Haarlem, komt vooral hierop neer,
dat die gemeente niet wenscht, dat eene straat op de
Spanjaardslaan zal uitmondcn.
Bedoelde straat was, ook op advies van den heer
Joseph Th. J. Cuypers, ontwerper van het uitbreidings-
plan, in dat plan behouden, omdat de uitmonding toch
niet kan worden gemaakt zonder de medewerking
van Haarlem. Nu echter bleek, dat bij Haarlem ern-
stig bezwaar tegen dien weg bleef bestaan, stelden
wij ook dit bezwaarschrift in handen van den heer
Joseph Th. J. Cuypers voornoemd, die daarop in zijn
advies, d.d. 4 dezer, mededeelde, dat, om aan het be-
zwaar van Burgemeester en Wethouders van Haarlem
te gemoet te komen, de weg No. 362 als verkeers-
weg op het uitbreidingsplan zou moeten vervallen,
waarbij hij zich kan neerleggen, omdat in het plan die
weg niet van overwegend belang voor het verkeer is.