20 Februari 1913.
9
Daar een en ander nog al heel lang heeft geduurd
voor het in orde was, wenschen Burgemeester en Wet-
houders, als tegemoetkoming in het gemis van enkelé
voordeelen, uit te keeren hetgeen in het ontwerp-be-
sluit is vermeld.
Het ontwerp besluit luidt als volgt
Uitbetaling van overuren en Zondagsarbeid.
De heer Tromp merkt op, dat hij in dit ontwerp-
besluit mist de uitbetaling van 50 pCt. voor overuren
volgens art. 23b van het Werkliedenreglement en
vraagt waarom dit hier niet is opgenomen.
De Voorzitter zegt, dat dit administratief eene moeie-
lijkheid was wel is bekend, hoeveel uren overgewerkt
is, doch welke uren dit waren, is niet aangeteekend.
De heer Tromp vindt het jammer, dat de arbeiders
daar de dupe van worden, en daardoor iets moeten
missen, wat hun toegekomen had.
De Voorzitter zegt, dat zij door dit besluit meer
krijgen, dan waarop zij recht hadden, zij zijn dus niet
de dupe.
De heer Tromp betreurt het, dat geen aanteekening
is gehouden.
De Voorzitter antwoordt, dat daar niet over is ge-
dacht, er was geen reden om het aan te teekenen,
omdat die bepalingen niet bestonden het is volstrekt
geen fout in de administratie.
De heer Tromp vraagt, of het niet alsnog is na te gaan.
De Voorzitter gelooft van niet.
De heer Tromp vraagt, welke arbeiders bedoeld
worden bij 2de a van het ontwerp-besluit.
De Voorzitter deelt mede, dat dit ziet op stokers,
die volgens rooster Zondags werken.
De heer Tromp vindt het ontwerp voor hen dan zeer
ongunstig en begrijpt er uit, dat zij voor overwerken
niets krijgen.
De Voorzitter licht het besluit nader toe en deelt
mede, dat de stokers voor de overuren wel krijgen,
doch de uren, die zij verplicht zijn op Zondag te wer-
ken volgens rooster, uitgesloten zijn voor overuren
op Zondag krijgen zij derhalve 100 pCt. verhooging.
Op een vraag van den heer Tromp, of de lantaarn-
opstekers voor extra Zondagsdienst ook 100 pCt.
verhooging krijgen, deelt de Voorzitter mede, dat dit
De Raad enz.