27 Maart 1913.
2
Heeft besloten
Goed te keuren den aanleg door C. VAN DER LEEK
te Haarlem (in dit besluit verder aangeduid met „adres-
sant") van eene straat op het terrein kadastraal bekend
Sectie B No. 2381 en eene straat langs den Heerenweg
met twee uitgangen naar en in aansluiting met de
bestaande bestrating van dien weg over het terrein
kadastraal bekend Sectie B n°. 2380 zooals is aan-
gegeven op de in dubbel overgelegde en gewaarmerkte
teekening en zulks onder de volgende bepalingen en
voorwaarden
1. dat de voor bouwgrond bestemde grond worde
bebouwd in dier voege, dat onverminderd de bepalin-
gen der bouw- en woningverordening minstens een
derde deel van den voor elk perceel bestemden bouw-
grond onbebouwd blijve en worde bestemd tot tuin of
open plaats.
2. de kruinshoogte der straat op Sectie B n°. 2381
zal tenminste op 0.60 Meter boven N.A.P. moeten zijn
en met eene geleidelijke helling moeten aansluiten
aan de bestrating van den Heerenweg. De straat langs
den Heerenweg zal moeten worden aangelegd op de
hoogte nader door of van wege Burgemeester en Wet-
houders aan te geven.
3. de straten zullen worden aangelegd met rijstraat
en troittoirs overeenkomstig de breedten aangegeven
op de bij dit besluit behoorende teekening.
4. aan het Westelijk uiteinde der straat op Sectie B
n°. 2381 zal eene grondkeering moeten worden gemaakt
van voldoende hoogte en van 4 c.M. grenen delen
tegen 15 c.M. dikke kolderpalen. De palen voldoende
lang en op afstanden van ten hoogste 1.30 Meter ge-
plaatst. De delen en palen tweemaal te carbolineeren.
5. aan het zuidelijk einde der te maken straat langs
den Heerenweg zal eveneens eene grondkeering moeten
worden gemaakt van voldoende lengte en hoogte en
verder geheel als onder 4 omschreven. Op de onder
4 en 5 genoemde uiteinden zal, volgens nadere opgave
van of namens Burgemeester en Wethouders, een hou-
ten hek voor afsluiting moeten worden geplaatst.