27 Maart 1913. 4 te cementstukken groot inwendig 0.60 bij 0.40 Meter, bestaande uit bak en kap. Elk rioolstuk van 1 Meter lengte moet vrijstaande een gewicht van 1500 K. G. kunnen dragen zonder dat daarin scheuren of barsten ontstaan. De beproeving van de aan te wijzen rioolstukken wat waterdichtheid en draagvermogen betreft geschiedt voor rekening van adressant. Voor de rioleering de sleuven te graven tot op de vaste zandplaat, deze sleuven weder aan te vullen met zuiver zand tot den onderkant der houten roosterwerken, het zand voldoende aan te stampen. Het uitkomende veen zal van het terrein bestemd voor straat moeten worden verwijderd. De rioleering zal waterdicht moeten worden aange- legd op nader door of van wege Burgemeester en Wethouders aan te geven hoogte. Onder de rioleering te leggen een roosterwerk van tweemaal gecarbolineerde droge vuren baddings zwaar 0.165 bij 0.065 Meter. Twee baddings naast elkaar, op afstanden van 1.50 Meter ondersteund door eene badding van 0.60 Meter lengte en van bovengenoemde zwaarte en daarop met taaie spijkers bevestigd. De rioolstukken behoorlijk met sterke cementspecie in elkaar te werken en waterdicht op te leveren. De rioolstukken moeten met voldoende sponningen in elkaar sluiten en moeten worden geleverd door eene bij Burgemeester en Wethouders gunstig bekend staande fabriek. De rioleering aan te sluiten op de bestaande riolee- ring in den Heerenweg. De op de teekening aangegeven drie verbindings- putten voor de rioleering zullen inwendig groot moeten zijn 0.60 bij 1.10 Meter en ten minste diep 1.60Meter met wanden dik 0.28 Meter (1 steen met klamp) en bodem dik 0.23 Meter (2 lagen en rollaag). De putten van klinkers in sterke portlandcementspecie op een vlot van 4 cM. delen waaronder 3 stuks 6,5 X 16,5 cM. leggers. De putten afgedekt met een geslagen ijzeren plaat groot 1 Meter bij 1.50 Meter en dik 12 mM..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1913 | | pagina 58