27 Maart 1913. 7 hooger rnag worden opgetrokken dan de verdieping op den beganen grond. De voortuinen zullen door een ijzeren hek op steenen voeting van den openbaren weg moeten worden afge- scheiden. De hekken moeten zijn ten genoegen van Burgemeester en Wethouders. 16. Bij de overdracht van in het bouwplan begrepen gronden, welke niet voor straat bestemd zijn, zal in elke akte van overdracht moeten worden opgenomen de voorwaarde gesteld onder 1, terwijl, onverschillig of die opneming al dan niet is geschied, alle opvol- gende eigenaren treden in de genoemde verplichting. 17. Bij de overdracht van de andere eigendommen in het bouwplan begrepen, niet bedoeld onder 16, zul len in elke akte van overdracht moeten worden opge- nomen alle in dit besluit opgenomen bepalingen en voorwaarden, terwijl, onverschillig of die opneming al dan niet is geschied alle opvolgende eigenaren treden in de genoemde verplichtingen. 18. Bij niet nakoming door adressant of zijne recht- verkrijgenden van de hierboven onder 16 en 17 om- schreven voorwaardenen verplichtingen zal door adres- sant of zijne rechtverkrijgenden eene boete van duizend gulden, of zooveel minderals de Raad zal bepalen, wor- den verbeurd voor elke overtredingten bate van de ge- meentekas van Heemstede, te betalen binnen veertien dagen na daartoe strekkende aanmaning van Burge- meester en ^^ethouders van Heemstede, met dien \ei stande, dat nimmer eenige uitdrukkelijke ingebrekestel- ling v/ordt vereischt. 19. Dit besluit wordt niet van kracht, dan nadat is overgelegd eene op zegel gestelde en door adressant onderteekende verklaring a. dat hij alle in dit besluit vervatte bepalingen en voorwaarden kent en hij zich daarnaar zal gedragen b. dat adressant zich verbindt toe te laten, dat de gemeentewegen en de rioleering in die wegen kosteloos worden aangesloten op de hem toebehoorende wegen en de rioleering daarin; c. dat adressant zich verbindt de straten met trot- toirs, beharding en verdere voorgeschreven werken,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1913 | | pagina 61