27 Maart 1913.
7.
De Voorzitter zegt niet te gelooven, dat de familie
de voorkeur zal willen geven, omdat het bij verkoop
aan de gemeente altijd lang wachten is op een be-
slissing, eerst moet de Raad er toe besluiten en dan
Gedeputeerde Staten nog goedkeuren. Het is echter
wel te vragen, doch zeker za! het niet gegeven wor-
den voor den prijs, die gevraagd wordt voor hetgeen
nu voorloopig gekocht is.
De heer Mr. Van Tienhoven zegt, dat hij alleen
z'n vraag in overweging wilde geven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarop het be-
sluit tot aankoop van een wandelbosch vastgesteld.
De Voorzitter wenscht dit te zeggen, dat hij gelooft,
dat de Raad een verstandig en wijs besluit heeft ge-
nomen Van harte hoopt Spreker dat zal blijken, dat
dit besluit van zeer veel belang is voor den bloei
der gemeente in de toelichting bij het besluit wordt
dit ook gezegd,doch Spreker wil daar toch nog even
op wijzen De Voorzitter brengt dank aan den Raad dat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders zoo
met algemeene stemmen is aangenomen en ook dank
aan diegenen die hebben geholpen aan de voorbe-
reiding van deze zaak en ten slotte wil Spreker hier
ook openlijk dank betuigen aan de Familie Van Merlen,
met wie op zoo aangename wijze de onderhandelin-
gen zijn gevoerd, Spreker gelooft dat daartoe heeft
bijgedragen, dat de Familie Van Merlen er prijs op
stelt, dat dit schoone bezit ongeschonden blijft en
stelt voor een telegram van dank te zenden aan den
oudsten zoon.
De vergadering betuigt door applaus instemming
met deze woorden.
De heer Honig zegt dat, als er sprake is van
dankbaarheid, de Raad en ook de ingezetenen in de
eerste plaats dankbaar kunnen zijn aan den Burge-
meester voor den betoonden ijver om deze zaak zoo
tot stand te brengen en z'n prachtige gedachte zoo
spoedig uit te voeren Door de volledigheid waarmede
alles is onderzocht en alles is toegelicht, viel het
gemakkelijk een oordeel te vellen en dit is bij een
koop van f 318 000 geen kleinigheid.
Spreker gelooft hier te kunnen aanhalen, hetgeen
de heer Q. van den Berg eens heeft gezegd, dat de
Burgemeester ook is een Burgervader, die aan het
hoofd der gemeente voor dat groote huisgezin leeft