2 September 1913.
10
Administratieve bepalingen.
Art. 19.
1. Over het verschuldigde voor de geleverde elec-
triciteit wordt door de Directie maandelijks beschikt.
2. Bij tijdelijk verbruik kan de betaling van het
verschuldigde elken dag of wel dadelijk na het ver-
bruik worden gevorderd.
3. Over het verschuldigde voor materialen, arbeids-
loonen enz. wordt na voorafgaande toezending der
rekening eveneens per kwitantie beschikt.
Art. 20.
1. Wanneer eene kwitantie twee maal is aangebo-
den, zonder dat de betaling is gevolgd, wordt de ver-
bruiker uitgenoodigd, binnen een door de Directie te
bepalen termijn alsnog het verschuldigde te haren kan-
tore te voldoen.
2. Het bedrag van het verschuldigde wordt, na het
uitreiken van bedoelde uitnoodiging met f 0.10 ver-
hoogd voor meerdere administratiekosten.
3. Mocht binnen den tijd in deze uitnoodiging aan-
gegeven geen betaling zijn gevolgd, dan is de Direc-
tie bevoegd, de electriciteitslevering te staken.
Art. 21.
1. Te allen tijde kan door de Directie voor de te
Ieveren electriciteit en de meterhuur storting worden
gevorderd van een waarborgsom
2. Wanneer de geheele waarborgsom gedurende
ten minste één jaar ongebruikt is gelaten, wordt daar-
van eene rente van vier ten honderd uitgekeerd.
3 Voor tijdelijke aansluitingen als genoemd in
artikel 11, 7e alinea, kan ook voor het leggen en weg-
nemen van de aansluitkabels en de daarbij behooren-
de toestellen storting van eene waarborgsom gevor-
derd worden.
4. De waarborgsom wordt teruggegeven, zoodra
de verbruiker geene verdere Ievering van electrici-
teit veriangt en het door hem verschuldigde is voldaan.