30 October 1913.
4
dat land loopende is voor rekening van de huurster,
die verplicht is die schoon te maken en te houden
op de bestaande breedte en diepte, zoodat die be-
vaarbaar blijven voor huursters doel; voorzoover daar-
op keuren en verordeningen zijn oî mochten komen,
moeten die door de huurster voor hare rekenmg
worden nagekomen.
De aanwezige heggen moeten door de huurster
worden onderhouden en mogen niet, dan met toestem-
ming van Burgemeester en Wethouders verwijderd en
door andere vervangen worden.
Het onderhoud van de brug, bedoeld in art. o zal
zijn voor rekening der gemeente, doch dat van ande-
re bruggen, alsmede dat van de draaöschering langs
perceel Sectie B No. 3057, die eerst door de ge-
meente in behoorlijken staat zal worden gebracht, of
van die welke ingevolge art. 5 dezer overeenkomst
zou worden gemaakt, is voor rekening van de huurster.
De huurster zal het recht hebben bagger en veen-
groud afkomstig van het verhuurde te bergen op ge-
schikte haar door Burgemeester en Wethouders aan
te wijzen plaatsen gelegen in Groenendaal langs de
Zuidzijde van de Vaart, die ten Zuiden van het ge-
huurde loopt.
Art. 8.
Burgemeester en Wethouders en hunne gernachtig-
den hebben ten allen tijde toegang tot den tuin, met
verstande, dat aan bloemisten tenzij voor bezich-
tjgjng tegen het einde van de huur alleen toegang
wordt verleend met toestemming van huurster.
Art. 9.
Bij onverhoopt verschil tusschen partijen wordt de
beslissing daarvan in hoogste ressort overgelaten aan
drie scheidslieden, te benoemen éen door de huurster,
één door de verhuurster en de derde door de beide
benoemden of zoo deze niet tot overeenstemming
geraken door den rechter van het kanton, waarin de
Gemeente tleemstede alsdan zal zijn gelegen
De kosten van het scheidsgerecht worden gedragen
door de in het ongelijk gestelde partij.
Art. 10.
Partijen onderwerpen zich verder, voorzoover daar-
van door deze overeenkomst niet is afgeweken, aan
de bepalingen, welke in het thans van kracht zijnde
Burgerlijk Wetboek ten aanzien van huur van lande-
rijen zijn vastgesteld.
Gedaan ter openbare vergadering van den 30 Oc-
tober 1913.
De Voorzitter,